Etappe 7: Elst – Huissen

Afstand: 14,2 km
Startpunt: Grote of St. Maartenskerk, Grote Molenstraat 2, 6661 DJ, Elst

Ook hier vinden we veel oorlogsleed, maar ook veel verhalen over het landschap. Hoe dat anders is dan wat we voorheen hebben gezien en hoe het geloof hier andere vormen aannam.

Paardenmarkt van Elst

Bijzondere plekken

Defensiedijk

Door het stromende water bij de Aamsestuw is hier een frisse watergeur te ruiken. In september 1944 hebben zo’n 120 burgers hier een aantal dagen en nachten geschuild in de toen droog liggende duikers van de Lingeweteringen onder de snelweg die in aanbouw was. Na de oorlog werd hier de Defensiedijk aangelegd als onderdeel van de IJssellinie. De Linge moest in vredestijd gewoon kunnen blijven stromen, maar in oorlogstijd geen zwakke schakel in de Defensiedijk vormen. Daarom werd de hier zichtbare stuw aangelegd. De Defensiedijk is hier afgegraven, maar verderop nog wel aanwezig.

Kerk HH. Martelaren van Gorcum in Huissen

De naam van de kerk, HH. Martelaren van Gorcum, verwijst naar de negentien katholieke religieuzen die door de Watergeuzen in 1572 bij Den Briel vermoord werden in de strijd tegen de Spaanse katholieke overheersing. In de 19e eeuw verklaarde paus Pius IX de omgekomen religieuzen heilig. De Zandse bevolking kerkte tot begin 20e eeuw in de stadskerk van Huissen, waarbinnen een aantal banken bekend stond als ‘de Zandse kant’. De huidige kerk is op de fundamenten van de vroegere kerk gebouwd, die in de oorlog is verwoest, in de traditionalistische stijl. De kerk, waarin nog mooie religieuze kunstwerken te zien zijn, wordt sinds 2016 niet meer als kerkgebouw gebruikt. Ze wordt beheerd door Stichting de Zandse Kerk en geëxploiteerd als uitvaartcentrum.

Huissen als Kleefse en Katholieke Enclave

Let op de stadswallen en het feit dat Huissen nog steeds een stad is.

Al in 814 wordt Huissen vermeld als Hosenhym. Op de heuvel die als bescherming tegen het water was opgeworpen is in de 10e eeuw een versterking gebouwd, de Grote Toren. Graaf Diederik VI van Kleef verving deze toren in de dertiende eeuw door een slot, Kasteel Huissen, zodat hij tol kon heffen op de Rijn.

Zo ontstond er een handelsnederzetting die rond 1300 met houten kerkje en al door een dijkdoorbraak werd weggevaagd. Graaf Diederik IX verplaatste de nederzetting naar het gebied tussen het tolhuis en het slot en bouwde ook een nieuwe kerk in 1313. Kort daarna kreeg Huissen stadsrechten en werd er een wal omheen gebouwd. In 1448 werd tegenover de kerk het Sint Elisabethsconvent opgericht door de franciscanessen. Na de Reformatie werd Huissen een toevluchtsoord voor rooms-katholieken uit de Gelderse omgeving, waar het katholicisme niet meer beleden kon worden. In het katholiek gebleven Kleefse gebied, waarin Huissen lag, kon dat wel.

Vanaf 1428 zijn er al processies bekend in Huissen, met name een Mariaprocessie en een sacramentsprocessie. Daarbij wordt de hostie – voor rooms-katholieken tijdens de eucharistieviering tot het Lichaam van Christus geworden – plechtig door de stad gedragen. De Huissense sacramentsprocessie – in het dialect ‘Umdracht’ genoemd – viel onder een uitzondering van de Processiewet en heeft behalve in coronajaar 2020 ieder jaar plaatsgevonden op de tweede zondag na Pinksteren, Sacramentsdag. Door zijn geschiedenis als Kleefse en katholieke enclave en enige ommuurde stad in de Betuwe heeft Huissen een ander karakter dan andere plaatsen in de omgeving. Huissenaren zijn trots op hun geschiedenis en op het feit dat Huissen een stad is.