Magazine voor De Pelgrim schreef een mooi artikel over Wegen met Zegen.

Pelgrims ontdekken in Betuwe ‘Wegen met zegen’

door Matheu Bemelmans

Pelgrimsroutes zijn in. Op de weg naar Santiago loop je bijna in een file, zoveel mensen gaan er jaarlijks naartoe. Maar ook in eigen land worden oude pelgrimsroutes herontdekt of nieuwe uitgezet, zoals de ‘Wegen met Zegen’: een wandelroute in elf etappes langs bijzondere kerken en kapellen in de regio Over-Betuwe in Gelderland. 

Een van de centrale plekken op de route is het dorp Elst. In de plaatselijke Sint-Werenfriduskerk laat pastoraal werkster Margreet Sanders trots de nieuwe Werenfriduskapel zien. Naast een beeld van de heilige zijn in de muur ook reliëfs aangebracht die het leven van deze monnik uit de 8e eeuw verbeelden. “De verering voor hem was een beetje weggezakt, maar door het project Wegen met Zegen is de ‘apostel van de Betuwe’ weer helemaal terug,” zegt Sanders. Pelgrims en andere belangstellenden die de kapel bezoeken, kunnen een kaars bij hem opsteken of een bericht in het intentieboek achterlaten. 

In een hoek van de kapel hangt een kastje met briefjes waarop een inspirerende tekst staat. “Dat is een onderdeel van onze minipelgrimages,” legt Sanders uit. “Zodat het niet alleen bij wandelen blijft, maar de route ook meer diepgang krijgt.” Even later vertelt ze bij een kop koffie in het parochiehuis hoe de nieuwe pelgrimsroute tot stand is gekomen. “Tijdens de coronapandemie konden we in de parochie niet veel doen. Samen met de dominee heb ik toen gezocht naar een manier om de verschillende dorpen hier in de Over-Betuwe toch met elkaar te verbinden. Zo zijn we bij een wandelroute uitgekomen. Vrijwilligers hebben geholpen om de route uit te zetten en iedereen kan die op z’n eigen manier en in z’n eigen tempo lopen. Nu corona voorbij is, kan dat gelukkig ook weer in groepen.” 

Wegen met Zegen is meer dan zomaar een wandeling. De 155 kilometerlange route voert langs ruim veertig kerken en kapellen. “Het zijn zowel katholieke als protestantse kerken,” legt Sanders uit. “Sommige zijn wel meer dan duizend jaar oud, andere van veel recentere datum. In mei hebben we een ‘open kerkendag’ gehouden en toen waren ze allemaal open. In elke kerk werden verhalen verteld. Hier in Elst hadden we ook figuranten in middeleeuwse kleding. Het was een heel leuke dag.” 

Van oorsprong kent de regio niet echt een pelgrimstraditie, erkent Sanders. “Tijdens de Reformatie zijn veel oorspronkelijk katholieke kerken protestant geworden, inclusief de oude kerk van Elst, waaronder zich mogelijk het graf van Werenfridus bevindt. Bovendien was men in dit rivierenland meer gewend om te fietsen. Als je hier nu mensen ziet wandelen, volgen ze meestal onze Wegen met Zegen.” De naam van de route is niet toevallig gekozen, maar heeft een dubbele betekenis. “Hier in de regio worden de afwateringkanaaltjes naar de rivier de Linge ‘zegen’ genoemd. De route voert daar letterlijk langs. Maar natuurlijk sturen we pelgrims ook met een zegen op pad. Elke maand is er in de pelgrimskapel van de Antoniuskerk in Nijmegen een vertrekceremonie.”

Bij deze kerk start ook de eerste etappe. Het begin van de route voert door Nijmegen, waar op elke straathoek wel een interessant religieus verhaal te vertellen is en steekt dan de Waal over naar Lent en Oosterhout. Andere etappes brengen de pelgrim naar plaatsen als Valburg, Zetten, Heteren, Huissen en Gendt. De route gaat over oude landweggetjes en waterloopjes, langs boomgaarden, kastelen en vergezichten over de rivier. In dit gebied bieden kerktorens als eeuwenlang ‘oriëntatie en houvast’, valt in de routebeschrijving te lezen. 

Anders andere pelgrimsroutes voert deze niet naar één centrale bedevaartplek, maar is het een rondwandeling. “Het idee erachter is dat je niet ergens aankomt, maar dat je als pelgrim altijd onderweg bent,” zegt Sanders. “Ook op de route naar Santiago is het onderweg zijn belangrijker dan de eindbestemming. Dat geldt hier ook.” Wie dat wil hoeft ook niet per se met de eerste etappe te starten, maar kan ook een van de halteplaatsen als beginpunt nemen.

Zelf is Sanders regelmatig met groepen op de route te vinden. “Twee keer per maand loop ik met groepen belangstellenden van Nijmegen naar Huissen. Onderweg houden we bezinningsmomenten en soms lopen we ook een tijd in stilte. We overnachten bij de dominicanen in Huissen en sluiten daar ook aan bij hun vieringen.” Bijzonder is ook het project ‘Pelgrimage van 1 dag voor groep 8’. “We lopen dan met kleine groepjes schoolverlaters een stuk van de route,” legt Sanders uit. “Eerst gaan we op school vertellen wat pelgrimeren is. Dat doen we op een heel laagdrempelige manier. Vervolgens moeten ze een schelp beschilderen en dan gaan we in heel kleine groepjes van niet meer dan drie of vier kinderen met een begeleider lopen. Onderweg voeren we gesprekken over ‘samen delen’ of ‘hoe maak je de wereld mooier’. Het gaat niet meteen over God of geloof, maar in een bredere context natuurlijk wel. Uiteraard bezoeken we onderweg ook een paar kerken.”

Door een financiële bijdrage van een grote sponsor was het mogelijk om langs de hele route ook bordjes te plaatsen en een pelgrimsboek met spirituele teksten samen te stellen. Een uitgever zag wel brood in de routebeschrijving en heeft een boekje met de elf wandelingen uitgegeven. Het project, dat inmiddels in een eigen stichting is ondergebracht, genereert daardoor ook wat eigen inkomsten. “Het project wordt gedragen door een kerngroep van twaalf mensen, maar aan het uitzetten van de routes en het verzamelen van alle informatie hebben wel honderd vrijwilligers meegedaan.” 

De belangstelling voor de Wegen met Zegen is volgens Sanders erg groot. “Er zijn al meer dan tweeduizend wandelboekjes verkocht en de groepswandelingen die we aanbieden, zijn steevast volgeboekt.” Maar Sanders heeft nog meer ideeën om de pelgrimsroute meer inhoud te geven. “We werken aan een ‘maatjesproject’ voor mensen die niet alleen willen wandelen. Er is een fietsroute in voorbereiding en we hebben plannen om een pelgrimshuis te openen, waar mensen kunnen overnachten. Ook wil ze graag pelgrimswandelingen voor jongeren gaan aanbieden. “Het liefste zou ik dat doen in de traditie van de franciscaanse voettochten. Ik ben hierover al met hen in gesprek.” 

Op de vraag waarom ze zo enthousiast met pelgrimswandelingen in de weer is, antwoordt Sanders dat ze al haar hele leven op bedevaart gaat. “Ik heb stukken van de route naar Santiago gelopen en ik ben ontelbare keren met groepen op bedevaart geweest naar Lourdes, Kevelaer en Banneux. Het leuke van de wandelpelgrimages is dat bijna iedereen het kan en dat het niet veel kost. Dus ook mensen die minder te besteden hebben, kunnen meedoen. Tijdens het wandelen is iedereen gelijk, of je nu directeur bent of van een uitkering leeft. Dat is het mooie ervan. De groepen zijn ook nooit groter dan tien personen, waardoor je onderweg ook echt met elkaar in gesprek kunt gaan.” Sanders heeft daar in de loop van de tijd ook haar eigen werkvormen voor bedacht. “Ik laat mensen een plaatje van een weg zien en dan over hun eigen weg door het leven vertellen. Dat kan soms heel emotioneel zijn en dan lopen we weer een stuk in stilte.”

De parochie waar ze als pastoraal werkster actief is, steunt haar inzet voor Wegen met Zegen volledig. “Het project is een enorme boost om mensen in beweging te krijgen. We hebben als pastoraal team nu ontmoetingen met mensen die we anders nooit zouden zijn tegengekomen. En we merken dat de vrijwilligers in de dorpen heel trots op de geschiedenis van hun eigen kerk zijn en die graag met anderen delen. Omdat het vanuit de kerken bedacht is en ondersteund wordt, is het toch anders dan een gewone wandelroute. Mensen lopen binnen een geloofstraditie.”

Sint-Werenfridus

Werenfridus van Elst was een benedictijner monnik uit Ierland. Aan het eind van de zevende eeuw trok hij naar het land van de ‘Friezen’ om daar het evangelie te verkondigen. Aanvankelijk vestigde hij zich in West-Friesland, waar de plaats Wervershoof nog aan hem herinnert. Later trok hij door naar het oostelijk deel van de Betuwe om daar het geloof te brengen. Hij wordt ook de ‘apostel van de Betuwe’ genoemd. Vermoedelijk heeft hij een voormalige Romeinse tempel die zich al in Elst bevond omgebouwd tot een christelijke kerk. Hij wordt daarom beschouwd als de eerste pastoor van Elst. Rond de kerk ontwikkelde zich een gemeenschap van kanunniken en monniken. Hij overleed op 14 augustus 760 in het iets verder gelegen Westervoort. Omdat de twee dorpen ruzie maakten over de vraag waar hij begraven moest worden, werd zijn lichaam op een onbemande boot gezet. Volgens de overlevering voer dit bootje regelrecht naar Elst, als teken dat hij daar begraven wilde worden. Daarom wordt Werenfridus vaak met een boot afgebeeld.